Voordat je gaat beginnen met je persoonlijke fitnessplan wil je onder andere weten wat je vetpercentage en BMI is. Het vetpercentage en BMI meten geeft je inzicht in hoe je er op dat moment voor staat. Je wilt natuurlijk weten wat voor resultaat je hebt geboekt na een aantal weken. Want hoe vaak hoor je dat mensen te snel beginnen? Zonder te weten hoe je lichaam er voor staat? Dat men zeer motiveert begint en uiteindelijke toch stopt met sporten, omdat de opbouw van de training niet de juiste was? Misschien dat jij je zelf hier wel in herkent.
In dit artikel zetten wij het vetpercentage en BMI meten uit elkaar en kun je op basis van o.a deze resultaten een persoonlijke fitnessplan laten maken. Wil je het helemaal goed doen? Dan zul je naast vetpercentage en BMI meten ook jouw buikomvang, bloeddruk en longfunctie moeten meten.
BMI meten
De zogenaamde Quetelet-index, ook wel de Body Mass Index genoemd, geeft de verhouding tussen de lengte en het gewicht weer. De BMI genereert informatie over de kans op hart- en vaatziekten en diabetes II (suikerziekte) die verhoogd is bij overgewicht en obesitas. Het BMI meten is erg belangrijk, deze maat is namelijk vooral bedoeld voor bevolkingsonderzoek. Het bevolkingsonderzoek vertelt ons of we gezond bezig zijn in Nederland. Een verhoogde BMI hoeft niet alleen voor te komen bij overgewicht of obesitas. het kan ook voorkomen bij Sporters. Sporters kunnen namelijk ten gevolge van een grote spiermassa een verhoogde BMI hebben. In dit geval duidt dit niet op een verhoogde kans op hart- en vaatziekten.
Na het BMI meten kunt u in onderstaande tabel uw score interpreteren.
< 18,5 | Ondergewicht |
18,5 – 24,9 | Normaal gewicht |
25 – 29,9 | Overgewicht |
≥ 30 | Obesitas, medisch overgewicht |
Vetpercentage meten
Met de huidplooimeter wordt een schatting van het vetgehalte verricht. Een sterk verhoogd vetpercentage leidt tot een ongezond gewicht. Het vetpercentage ligt bij een vrouw anders dan bij een man. Op basis van onderstaand tabel kun je kijken hoe je er voor staat:
Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
17 – 29 | 14,8 | 26,2 |
30 – 39 | 18,9 | 28,8 |
40 – 49 | 21,8 | 31,7 |
50 – 59 | 23,9 | 35 |
60 – 69 | 23,4 | 36,7 |